Nieuwsbrief
Nieuwsbrief 95 - september 2018
Uitnodiging voor de najaar bijeenkomst op zondag 30 september 2018
Beste leden,
Graag nodigen wij jullie allen uit voor onze najaarbijeenkomst op zondag 30 september a.s. De serre van de Botanische Tuinen, achteringang ,Harvardlaan 10 te Utrecht is open vanaf 10.00 uur en er is dan lekkere koffie en thee en de mogelijkheid voor het gebruikelijke (bij)praat uurtje, waarbij ook door leden meegebrachte planten en planten uit de kassen van de Botanische Tuinen kunnen worden bewonderd, ervaringen kunnen worden uitgewisseld, uitgestalde literatuur kan worden geraadpleegd, enzovoort.
Om 11.00 uur houden wij een huishoudelijke vergadering. Zie bijgevoegde agenda.
Vervolgens zullen alle tentoongestelde bromelia-soorten worden besproken. Tijdens de lunch zal verloting plaatsvinden van de hiervoor beschikbaar gestelde planten. Jullie worden uitgenodigd om planten en stekken die in jullie collectie “over zijn ” voor deze verloting mee te nemen, opdat mede hobbyisten daarmee weer gelukkig kunnen worden gemaakt !
Het middagprogramma zal worden verzorgd door Renate Gouda, die ons zal meenemen op reis door Brazilië.
Wij hopen jullie allen te kunnen begroeten op 30 september a.s. en met elkaar weer een leuke dag te mogen ervaren.
Agenda voor de huishoudelijke vergadering op 30 september 2018.
- 1. Mededelingen door de voorzitter en ingekomen post.
- 2. Mededelingen door de penningmeester.
- 3. Verslag van de voorjaarsbijeenkomst op 18 maart 2018. Zie nieuwsbrief nr.94.
- 4. Verslag van het bezoek , tezamen met leden van de Deutsche Bromelien Gesellschaft, aan de firma Bak en aan de Botanische Tuinen te Utrecht op 14 april 2018.
- 5. Verslag van de visite dag bij de familie Van der Hoeven op 10 juni 2018.
- 6. Bestuursverkiezing van de Bromelia Contactgroep. Onze huidige voorzitter, Eric Gouda, is reglementair aftredend maar stelt zich wederom voor de functie beschikbaar, echter tegenkandidaten kunnen zich natuurlijk melden bij het bestuur, zodat deze tijdig aan de leden bekend kunnen worden gemaakt.
- 7. Stand van zaken met betrekking tot de ingevoerde privacy wetgeving.
- 8. Verdere gewenste verenigingsactiviteiten, w.o visitedagen.
- 9. Planning data voor verenigingsbijeenkomsten in 2019.
- 10. Rondvraag en sluiting.
Namens het bestuur,
Roel Tomassen, Verslag.Eric Gouda, Editor & Plantportretten.
Plantportretten
Zo als jullie gewend zijn krijgen jullie ook deze keer weer een serie foto's die de nieuwsbrief opfleuren en een kort verhaal daarbij van planten die we recent in de Botanische Tuinen Utrecht in bloei kregen. Als eerste Wittrockia superba (fig. 1&2), die ik nog niet eerder echt met open bloemen had gezien en net toen hij in de Botanische Tuinen in de grote kas werd uitgeplant stond hij te bloeien. Voorheen dus een aantal jaren gemist. Wittrockia superba is een grote plant en zul je dus niet veel in collecties tegenkomen. Als je hem in levende lijven wilt zien, dan moet je 30 september maar even de grote kas in lopen en direct links om de hoek kijken, want daar staat hij nu.
Fig. 3 en 4 is Aechmea romeroi, een fraaie soort die ik net voor de bloei in de kas gekiekt heb en de bloemen niet heb gezien helaas. Fig. 5 en 6 Pitcairnia pavonii die mogelijk al eens voorbij is gekomen. Het is een makkelijke soort die in Ecuador veel voor komt end dus nog al eens verzameld wordt.
En dan krijgen we wat oude wijn in nieuwe vaten, want de volgende soorten kennen jullie misschien wel, maar mogelijk onder een andere naam. Met de revisie van de subfamilie Tillandsioideae, vanwege het moleculair (DNA) onderzoek, zijn er een aantal nieuwe geslachten gecreëerd, en hier hebben we er gelijk twee van: fig. 7 en 8 Lutheria bibeatricis, voorheen Vriesea bibeatricis, is genoemd naar wijlen Harry Luther, die vele jaren van zijn leven aan Bromeliaceae gewerkt heeft in Selby BG, en in fig. 9 & 10 Lemeltonia triglochinoides, voorheen bekend als Tillandsia triglochinoides, genoemd naar Elton Leme, een bekende Bromeliofiel en goede vriend in Brazilië. Dit is een nachtbloeier die vermoedelijk door nachtvlinders wordt bestoven en heerlijk geurt.
Figuur 11 en 12 is een wat afwijkende Tillandsia diaguitensis, die bredere bladeren heeft en wat korter blijft als de vorm die je vaker ziet. Normaal bloeien ze erg lastig, maar groeien geweldig. Dat lijkt wat anders te zijn in deze vorm die dus vrij klein al bloeit, met een veel kortere bloeiwijze. De andere vorm maakt grote bossen, waar je dan meestal maar een paar zeer lang gerekte bloeiwijzes in krijgt. De twee plaatjes er naast, figuur 13 en 14 is Tillandsia riohondoensis, een fantastische soort die met veel bloemen tegelijk bloeit. Dat duurt dus korter als dat de bloemen meer verspreid in de tijd zouden bloeien. De soort was voorheen bekend als Tillandsia capitata 'peach' en is pas in 2015 door Renate Ehlers beschreven en is inderdaad zeer verschillend van Tillandsia capitata.
We kregen een verrassend mooie soort in bloei, die je niet vaak ziet, zie figuur 15 & 16 Pitcairnia chiapensis, die van Mexico, Chiapas afkomstig is, maar waarvan ook een specimen uit Honduras (Atlántida) als zodanig gedetermineerd is (niet geverifieerd!). De verrassende kleur combinatie van een geel groene bloem op een rode bloei-as is bijzonder aantrekkelijk voor in je collectie als je van pitcairnia's houdt.
De daar opvolgende plaatjes 17 en 18, einde vorige pagina, is de wat minder onbekende Pitcairnia orchidifolia of ook wel bekend onder de naam Pitcairnia grafii, wat een synonym is. De soort is goed herkenbaar door de dichte rozet van zachte bladeren en de in geel uitlopende punt van de bloemknop (kroon). In de open bloem is dat geel helaas bijna geheel verdwenen.
Veel pitcairnia's dit keer, maar ik wilde ze jullie niet onthouden. Hieronder zien we een gigant, die ik van de tafel af moest zetten omdat hij anders gehinderd werd door het schermdoek om volledig in bloei te komen. Ik heb hem kunnen determineren als Pitcairnia recurvata.De planten waren tot wel 2 m lang en moeilijk in één keer op de foto te krijgen. Erg mooi is de soort niet, door de bescheiden kleuren, maar wel een zeer interessante bloem vorm en de vraag is dan ook, welke bestuiver kan hier bij de nectar. De bloem begint recht op en buigt dan helemaal terug, naar beneden. Het is een soort die algemeen is in Mexico, maar ook in Belize en Guatemala voor komt en wat minder voor de hand liggend in Brazilië, maar daar zou ik nog wel wat meer in detail naar willen kijken omdat dat zeer vreemd is.
Vervolgens zien we hieronder in figuur 21 en 22 Racinaea tenuispica, een wat niets zeggende soort omdat hij helemaal groen is en een zeer fijn verdeelde bloeiwijze heeft met nietige witte bloempjes. De soort is bekend uit Venezuela, Colombia en Ecuador en ik denk dat niet veel liefhebbers hier in geïnteresseerd zijn, hoewel ik ze vroeger wel gezaaid en opgekweekt heb.
Dan als laatste hebben we Vriesea elata in figuur 23 en 24, van Venezuela en Colombia, maar vermoedelijk ook uit Ecuador en Peru. Het recente moleculaire (DNA) onderzoek heeft uitgewezen dat de vriesea's uit de andes erkend moeten worden in een ander geslacht: Cipuropsis. Dit is al een oud geslacht uit 1907 van Ule, met toen als enige soort Cipuropsis subandina, later in Vriesea gestopt. Er zijn inmiddels wat soorten bij gekomen, o.a. Tillandsia amicorum is overgegaan naar dit geslacht, maar er zijn er nog velen die moeten volgen.
Bijgewerkt: 20180903, 2082 keer bekeken