logo
Bromelia Contactgroep (BCG)
P/a Botanische Tuinen
Budapestlaan 17
3584 CD Utrecht


ABN-AMRO IBAN: NL66 ABNA0421855185 tel.030-253 9281

Nieuwsbrief 81 - September 2015


Komende bijeenkomst

Beste bromelialiefhebbers, beste leden,

 

Graag nodigen wij jullie allen weer uit voor onze najaar bijeenkomst op

zondag, 11 oktober 2015


in de serre van de Botanische Tuinen te Utrecht, achteringang, Harvard laan 10.

Vanaf 10.00 uur is de koffie weer bruin, kunnen jullie elkaar begroeten, bijpraten, meegenomen planten uitstallen en bewonderen, aanwezige literatuur raadplegen, enzovoort.

 

Om 11.00 uur houden wij een huishoudelijke vergadering. Aansluitend volgt dan weer een bespreking van de meegebrachte en tentoongestelde planten. Schroom niet om ook eens aandacht te vragen voor een meegebrachte probleemplant. Er is in huis deskundigheid genoeg voor het geven van bruikbare tips !

 

Fig. 1 Billbergia pyramidalis (zie plantportret), foto Roel Tomassen

Tijdens de lunch gaan we over tot een verloting van de voor dit doel beschikbaar gestelde planten. De herfst is in aantocht en het wordt wellicht hier en daar weer passen en meten om de planten een goede overwinteringsplaats te gunnen. Dus heb je teveel planten en stekken neem die dan alsjeblieft mee voor de verloting onder je mede-hobbyisten.

 

Na het verlotingsfeest wil Piet van Beest, onze penningmeester, ons meenemen op reis door Belize en Guatemala, tijdens welke tocht we ook vele bromelia’s in hun habitat te zien zullen krijgen.

 

Agenda huishoudelijke vergadering:

 

Wij hopen jullie hiermee wederom een interessante en aangename bijeenkomst te kunnen bieden. Heel graag tot 11 oktober a.s. !

 


Excursies

Zoals eerder tijdens onze voorjaarsbijeenkomst (zie nieuwsbrief nr. 80) bekend werd gemaakt, wilden wij voor onze leden dit najaar nog een bezoek organiseren aan de orchideeën- en tillandsiakwekerij van de familie Holm in Bedburg-Hau, Duitsland.

 

Gelet echter op de wel zeer geringe belangstelling tijdens het bezoek aan de bromeliakwekerij van de familie Westerman in Uelsen, Duitsland, op 20 juni jl. (9 personen), menen wij van het organiseren van een bezoek aan de fam. Holm voorshands te moeten afzien. Vermoedelijk zien veel van onze leden toch op tegen de (lange) reisduur die nu eenmaal aan dergelijke bezoeken kunnen kleven. Waar aanvankelijk van de zijde van de leden grote instemming wordt betuigd bij de aankondiging van voorgenomen excursies, mondt het uiteindelijke bezoek uit in een (zeer) pover aantal deelnemers. Niet leuk voor de gastfamilie en teleurstellend voor de organisatie !

 

Zo vragen wij ons af of de belangstelling onder onze leden wellicht groter is voor botanische tuinen, vanwege de diversiteit aldaar aan plantensoorten en soms diersoorten als amfibieën, vlinders e.d. (dus voor elk wat wils !), dan voor gespecialiseerde bromelia- en/of tillandsiakwekerijen. Dit zou dan weer zijn te verklaren uit het feit, dat bij veel van onze leden de bromeliafamilie één van de meerdere plantenfamilies is waar men om zo te zeggen “in hobbyt”.

Fig. 2 Vriesea incurvata (zie plantportretten), foto Roel Tomassen

 

Dus naast bijvoorbeeld Orchideeën, w.o. de subfamilie der Pleurothallissen, Cacteeën, Varens en noem maar op. Menigeen is ook lid van hiervoor opgerichte verenigingen of werkgroepen, van waaruit ook activiteiten worden ontplooid. Verder is het zo, dat fervente bromelialiefhebbers toch al op eigen gelegenheid gespecialiseerde kwekers bezoeken.

 

Voor de in voorgaande jaren door ons bezochte Hortus Botanicus in Leiden (tweemaal) , Diergaarde Blijdorp in Rotterdam, De Plantentuin te Meise, België, Burgers Zoo in Arnhem, De Orchideeënhoeve in Luttelgeest bestond voldoende belangstelling . Van de Botanische Tuinen in Utrecht kunnen wij telkenmale genieten tijdens onze bijeenkomsten aldaar. Echter, het aantal botanische tuinen is in ons land toch wel beperkt.

Aan persoonlijke bezwaren tegen het (verre) reizen kunnen wij niet tegemoet komen. Ideaal zou zijn als wij voor een uitgaansdag een gezamenlijke busreis konden organiseren, maar vanwege de grote spreiding van het woongebied van onze leden is dat dus ook niet goed mogelijk.

 

Een ander en onzes inziens ook belangrijk facet van het organiseren van een uitgaansdag is het scheppen van mogelijkheden elkaar als hobbyisten wat beter te leren kennen, contacten te leggen, ervaringen uit te wisselen, kortom, er een leuke gezellige dag van te maken. Onze voor- en najaar bijeenkomsten bieden die mogelijkheden weliswaar ook, maar de excursies geven daarenboven het voordeel van onder meer deskundige rondleidingen, alsmede toegang tot collecties welke gewoonlijk voor publiek niet toegankelijk zijn..

 

Graag willen wij deze kwestie eens met jullie bespreken op onze najaar bijeenkomst d.d. 11 oktober 2015.

 

Met vriendelijke groet

Namens het bestuur,

 

Roel Tomassen verslag & plantportretten
Eric Gouda opmaak

Plantportretten

Billbergia pyramidalis

Het bromeliageslacht Billbergia kenmerkt zich door opvallende bloeiwijzen, waarbij vooral de schutbladeren, die de bloemen aanvankelijk omhullen, bloedrood of heel mooi roze gekleurd zijn. De stand van de bloeiwijze kan, afhankelijk van de soort, hangend of rechtopstaand zijn. Van de kleurenpracht kunnen we helaas maar kort genieten (hooguit enkele dagen). Toch blijft voor deze Billbergia bij vele onder ons, liefhebbers, een plaatsje open, vooral natuurlijk voor de wat kleinere soorten, want er zijn ook “knoepers” onder dit plantengeslacht, die beter tot hun recht komen in de collecties van Botanische tuinen. De Billbergia pyramidalis (fig. 1) is een middelgrote soort, ook geschikt voor de vensterbank ! Ook deze zomer verraste hij mij weer met zijn bloei. Inééns duikt dan uit de koker die bloedrode punt omhoog om zich binnen een aantal dagen te ontplooien tot een wondermooie bloeiwijze. Aan de voet van de plant hebben zich ondertussen al weer een drietal snel groeiende zijscheuten ontwikkeld. Die kunnen straks, als ze tenminste de halve grootte van de moederplant hebben bereikt, worden afgesneden en opgepot. Zo kun je ieder jaar een bloeiende B.pyramidalis in bloei hebben.

Heb je deze soort nog niet ? . . Doe je best om ‘m te krijgen !

Vriesea incurvata

Het wil niet altijd (meteen) lukken! Een paar jaar geleden was ik tijdens familiebezoek in Wenen in de gelegenheid de Botanische Garten aldaar te bezoeken. Volgens afspraak leidde Dr. W. Till mijn vrouw Carla en mij rond door het kassencomplex en wij genoten, dat kan ik jullie wel vertellen ! En dr. Till dacht denk ik ook: “ aan een boom zo vol geladen mist men vijf, zes pruimen niet” en stopte ons ruimhartig een aantal stekken toe. “Ken je deze soort” vroeg ie dan? “Nee, die heb je niet ?” En “knip” zei de tang ! Zo gingen na die verrukkelijke ochtend enige dagen later een tiental stekken bij de handbagage in het vliegtuig mee naar Heerhugowaard. Een hiervan was de Vriesea incurvata (fig. 2), een overigens bekende soort, die ik evenwel nog niet bezat. Ach er zijn ook zovele soorten, nietwaar ? Waar alle andere stekken vlot aan de praat kwamen lukte het met die V.incurvata maar niet. Nou, en ik kan ècht wel gezonde bromeliastekken aan de praat krijgen maar deze stek verdomde het om zo maar eens te zeggen. En wat dan te doen ? Om de paar maanden uit het potje en. . .nòg geen wortels ! Na dit tot driemaal toe te hebben herhaald zei ik (want ik praat tegen m’n planten !) “Nou bekijk je het maar !”, hem vervolgens weg zettende tussen andere planten. Ach, ik maak wel eens een vergelijking met kleine kinderen die ook nukkig kunnen zijn. Jullie kent dat misschien wel. Alles en iedereen is dan “NEE !!” En dan het boze gezicht daarbij ! Haast altijd is het zo, dat dit vanzelf weer bijtrekt, zolang je maar niet probeert het kind op andere gedachten te brengen, want dat werkt juist averechts ! Dus als jou overkomt wat mij overkwam met de Vriesea incurvata. . . .niks zeggen, laat hem maar staan, in al zijn nukkigheid, net doen alsof je gek/doof bent. Mijn plant heeft zijn stinkhumeur lang weten vol te houden, ongeveer anderhalf jaar. Met het feit, dat ik hem in die tussentijd niet heb weg geknikkerd, complimenteer ik mij zelf dan ook maar, há !

En toen. . . . ineens. . .was ie ‘r en ik vroeg, toen ik hem tussen de andere planten tevoorschijn zag kruipen: “Nou moe, ben je van gedachten veranderd ?” Hij knikte van ja !! En een half jaar later bloeide hij, dat was dit voorjaar. Zo’n onwillig kind tòch !

Vriesea x Mariae

What’s in a name? En verder kan ik wel vragen “Waar blijft de tijd ?” In mijn plantenarchief las ik dat ik vijftien jaar geleden van mijn vriend Albert Ebbink een stek kreeg van de Vriesea X Mariae. Dit is een prachtige, opvallende en snel groeiende, bloeiende, middelgrote Vriesea-soort. Hij is ijzersterk en dat kun je lang niet van vele andere Vriesea-soorten beweren ! Deze plant bloeit bij mij ieder jaar. Tijdens de bloei ontwikkelen zich al mooie zijscheuten die zich ook al weer vlot tot bloeibare exemplaren ontwikkelen. Nieuwsgierig naar de herkomst van deze soort ging ik op zoek. Welnu, het is een cultivar en volgens gegevens van de Bromeliad Photo Index FCBS een kruising tussen V.carinata (zaad) en V.barilletii (pollen). Maar bij nadere beschouwing zijn er bij de bloeiwijzen qua vorm en kleur nogal wat verschillen. Ook bij de elders op internet getoonde afbeeldingen is er niet een hetzelfde. Een door mij destijds gemaakte foto prijkt daar tussen vele andere, alle onder de naam “Mariae”. Vandaar (zucht) “What’s in a name ! Maar mooi is ie, dat zeker. Voor de verloting op 11 oktober a.s. heb ik drie oppotbare planten. Beproef dus je geluk !
Fig. 3 Vriesea x Mariae (zie plantportret), foto Roel Tomassen